pad - dock [` pedd ` k] (Engels) de -woord (mannelijk) paddocks 1 omheinde plaats in een weiland, vooral voor merries en haar veulens; 2 (bij wedrennen) plaats waar de deelnemers met hun paarden zich verzamelen; 3 put waarin een ertsbaggermolen werkt als hij in land baggert
Gevonden op: http://www.woorden.org/woord/paddockOok gevonden op:
Woorden.org
Encyclo.nl
MijnWoordenboek.nl
Wiktionary.org