Uitspraak: ˈsɛtələ(n) (settelde zich, heeft zich gesetteld) Reflexief werkwoord (ergens) gaan wonen en een regelmatig leven gaan leiden `wel vijftien relaties gehad hebben voor je je met je vriendin gaat settelen en aan kinderen begint te denken`
Gevonden op: http://www.woorden.org/woord/settelenOok gevonden op:
Woorden.org
Encyclo.nl
MijnWoordenboek.nl
Wiktionary.org