` snok - ken (snokte, h. gesnokt) Zuid-Nederlands 1 rukken (aan); 2 rukkende of schokkende bewegingen (doen) maken; schokken; 3 krachtig stoten, trekken: zij snokte aan de bel
Gevonden op: http://www.woorden.org/woord/snokkenOok gevonden op:
Woorden.org
Encyclo.nl
MijnWoordenboek.nl
Wiktionary.org